Innerlijke kritiek en hoe met zelfcompassie om te gaan met onze innerlijke criticus

Innerlijke kritiek en Mara

Het is misschien wel één van de meest bekende boeddhistische mythes: Hoe de Boeddha, aan de vooravond van zijn verlichting, onder de Bodhiboom zat en daar in zijn meditatie werd aangevallen door de demoon Mara. Mara, dat is de metaforische demoon en aartsvijand van de Boeddha in vele verhalen die het boeddhisme rijk is. Het demonische gehalte van Mara laat maar weer eens zien dat het boeddhisme zeker wel een religie is en niet ‘alleen maar’ een soort cognitieve levenskunst. Maar tegelijk geldt natuurlijk dat Mara vooral de symbolische personificering vormt van alle kwellingen die wij, als beoefenaars – net als de Boeddha zelf – tegenkomen in het landschap van onze innerlijke geest.

Wie worstelt met Mara, worstelt met zorgen en rusteloosheid. Wie vecht tegen Mara, vecht tegen sufheid en weerstand. Waar Mara heerst, daar zijn de hunkeringen in ons, de craving, de zucht, het verlangen en de begeerte. Waar Mara is, daar is de afkeer en zijn de twijfels. Niets menselijks was de Boeddha uiteindelijk vreemd. Ook hij worstelde met zijn eigen demonen. Ook hij werd uitgedaagd. Zijn voornaamste uitdagingen werden voorgesteld door deze Mara.

Innerlijke kritiek en de stem van de dagelijkse kwelling

Maar er is één kwelling die velen van ons wel kennen, zowel in onze verslaving als in ons herstel, die niet vertegenwoordigd wordt door Mara en deze mythe over de belagingen van de Boeddha in zijn proces van zijn Verlichting. Bij alle gruwelijke, sensuele, afstotelijke, verleidelijke, sluwe en manipulatieve verschijningsvormen die Mara aannam in deze mythe ontbreekt de krachtige stem van de innerlijke criticus. 

Het is de innerlijke rechter die zovelen van ons dagelijks kan kwellen, die ons psychische welzijn ondermijnt en die onze relatie met het leven en de mensen om ons heen verstoort, die niet aanwezig is in die oude boeddhistische mythe. Maar oh oh oh. Wat kennen we de stem van die rechter toch goed. We kennen die stem soms (zeg maar vaak) beter zelfs dan de stem van onze meest intieme vriend, partner of geliefde mentor.

Innerlijke kritiek en diens afkomst

De innerlijke criticus is de stem van schaamte en schuld. Het is de kleinering, de innerlijke afkeer en minachting. Voor velen van ons is die stem zo vertrouwd dat het bijna als een baksteen in ons hart lijkt te zijn ingebakken. Daarbij is een van de meest verrassende aspect van die stem echter dat we er – willens en wetens – voortdurend naar terugkeren. We denken soms dat we door die stem gevangen worden gehouden. Maar, hoewel het moeilijk is om in te zien, wordt hoe dieper en langer je kijkt steeds meer duidelijk dat wij deze stem zelf in stand houden.

De stem komt nergens anders vandaan dan vanuit onze eigen geest. Er is geen externe entiteit die deze stem vertegenwoordigt. Ook deze stem is onderdeel van ons. De innerlijke criticus is dan ook onderdeel van ons. Het is één aspect van de vele verhalen die onze geest ons vertelt. Maar het is wel een overtuigend, indringend, aanhoudend en vaak zeer pijnlijk aspect.

Waar komt de innerlijke criticus vandaan?

Onderzoek toont aan dat de meeste mensen die een bijzonder wrede of aanhoudende innerlijke stem kennen, meestal op chronische wijze – d.w.z.: over een langere periode van tijd en vaak herhaald – in hun jeugd zijn geconfronteerd met frequente negatieve oordelen, spot en en een tekort aan positieve bevestiging. Vaak zijn deze ervaringen bovendien verbonden aan de primaire verzorgers (ouders), leraren of mentoren, naaste familieleden en leeftijdgenoten.

Op den duur, en zonder een positief-corrigerend tegenwicht vanuit de nabije omgeving, worden deze traumatiserende oordelen vervolgens geïnternaliseerd door het kind. Het is een negatief copingsmechanisme: omdat er geen vertrouwde, nabije verzorger is die overtuigend wijst op een andere manier van omgang met de negatieve emoties, wordt daarom aangenomen dat de oordelen dus wel waar zullen zijn – ze raken daarme op zichzelf gericht. Sociale verwachtingen die grotendeels gericht zijn op perfectionisme en prestatie, en een samenleving waarin fouten maken gestrafd wordt en waar falen vaak gelijkstaat aan mislukken, vergroten, versterken en bevestigen vervolgens deze zelf-kritische coping nog eens.

De kant die monitoort, observeert en evalueert

Deze werkelijkheid van de psychische beschadigingen die regelmatig aan de wortel blijken te liggen van de – vaak wrede, soms zelfs sadistische – innerlijke criticus is uitermate reëel. Maar het is tegelijk niet het volledige verhaal. Immers, niet iedereen heeft een innerlijke criticus die zo ver gaat als bovenstaande. Maar iedereen heeft wel – in meer of mindere mate – een kant in zich die observeert, die monitoort en die de eigen acties en handelingen evalueert. 

In de oorsprong is dit – als onderdeel van een gezond psychologisch ontwikkelingsproces – het zaadje van waaruit de innerlijke criticus op den duur groeit. Goede (dat wil zeggen: gezonde) zelfreflectie is daarbij de meest milde, goed beheersbare en actieve versie van. Zelfkritiek is de al meer scherpere variant ervan. Maar nog steeds is dit simpelweg onderdeel van onze psyche. Meestal is het bovendien een geautomatiseerd, onbewust proces. 

Innerlijke kritiek, onopmerkzaamheid en verslaving

Maar zoals bij al onze innerlijke, psychische processen geldt ook hier dat het – ongecontroleerd en onopgemerkt – om kan slaan in gevoelens van zelfvijandigheid en zelfs in afkeer en minachting. Er hoeft niet perse trauma aan de kern van dit proces ten grondslag te liggen (- maar zoals je zag, het kan wel). Maar om het op boeddhistische wijze te stellen: belangrijker is het besef dat alles verbonden is en op elkaar inwerkt. Onopmerkzaamheid leidt immers tot onopgemerkte gevoelstonen – leidt tot een onbewuste staat van onze geest – en leidt uiteindelijk tot lijden.

De onopgemerkte innerlijke criticus wordt in de psychologie dan ook beschouwd als een van de meest algemeen voorkomende – en tegelijkertijd destructieve – stressoren, die verbonden zijn aan verschillende vormen van psychisch lijden. Waaronder depressie, perfectionisme, het ‘imposter syndroom’, sociale angst, eetstoornissen … en, inderdaad, verslaving.

Innerlijke kritiek en Mara in het Boeddhisme

De werkelijkheid is dat we zo kunnen lijden onder onze eigen innerlijke stem van schaamte en kritiek, dat we er liever voor vluchten, het vermijden, of  het willen ontkennen met verslavende middelen of destructieve gedrag. Alles, om die hatelijke stem van zelfhaat en de kracht van de innerlijke zelfafwijzing maar te vermijden.

Terug naar die eerste observatie dat de innerlijke rechter niet voorkomt in de traditionele lijst van de kwellingen die Siddhartha daar onder die Bodhiboom ontmoette in de vorm van Mara. Misschien, zo suggereert meditatielerares Christina Feldman, is dat omdat die oordelende geest van ons – de kern van onze innerlijke criticus – eigenlijk niet één kwelling of hindernis is. Het is een samengestelde hindernis. 

De innerlijke criticus en de hindernissen van Mara

Want wanneer je heel goed, en met aandacht en compassie, luistert zonder dat je met die stem van die innerlijke rechter mee te gaan, zul je merken dat de innerlijke criticus eigenlijk vooral bestaat in de rukwinden van alle hindernissen die Mara ons voorlegt:

Er is verlangen, dat vorm krijgt in de verwachtingen en idealen die we voor onszelf en voor anderen koesteren. Er is rusteloosheid, en er zijn zorgen – alle ‘moetjes’ en de verwachtingen. Die genereren weer eindeloze gedachten en emoties, terwijl we worstelen om onvolmaaktheid te vermijden. En er is afkeer en kwade wil, gericht tegen onszelf en anderen wanneer onze moeten en verwachtingen worden teleurgesteld.

Twijfel vormt ook een krachtige verschijning. Twijfel aan onze waardigheid, aan onze Innerlijke Goedheid en ons vermogen tot Liefde en Compassie. En dan is er nog de kwelling van de Saaiheid van het Bestaan, die een vermomde verschijning kent in de vorm van wanhoop, afstomping, depressie en gevoelloosheid. Al deze kwellingen worden samengehouden door onze overtuigingen over wie we zijn en wie we niet zijn, die op hun beurt weer al die kwellende emoties en verhalen aanwakkeren.

Innerlijke kritiek en Mara als samengesteld verhaal

Maar het Pad van Ontwaken nodigt ons juist uit om deze samenstelling van de innerlijke criticus in de vorm van Mara te begrijpen en om te leren hoe we haar greep en macht kunnen versoepelen. Het Pad nodigt ons uit om de innerlijke vriendelijkheid uit te breiden, naar onszelf en naar alle wezens. Het vraagt ons om Mara te zien als niets anders dan een samengesteld verhaal van negatieve, innerlijke emotionele patronen. En om te leren een gedachte als een gedachte te zien, in plaats van als een beschrijving van de werkelijkheid.

Op dit pad kunnen we beginnen in te zien dat ieder zelf-oordeel niet meer is dan een gedachte die (vaak) beladen is met kwade wil en afkeer. Er is een diepe bevrijding in dit zo diep te weten dat we deze kwade wil kunnen loslaten. Het koesteren van ons vermogen om met Bewuste Opmerkzaamheid en Aandacht, en met Compassie en Liefdevolle Vriendelijkheid aanwezig te zijn is de eerste stap naar het begrijpen en het doorbreken van de ketens waarmee wij onszelf, door middel van onze innerlijke criticus, in onze verslaving gevangen houden.

Aandacht (voor het moment dat het gebeurt), Zuiver Inzicht (waaruit het voortkomt en welke gevolgen het heeft) en Compassie (troost en warmte voor de ervaring zelf) vormen daarbij de sleutels om de innerlijke criticus langzaam los te laten. Zo leren we de harde, soms wrede, maar altijd onwaardige Innerlijke Kritiek steeds meer achter ons te laten, op de weg van bevrijding van ons herstel. 


Innerlijke kritiek, Mara, boeddhistische opmerkzaamheid en herstel van verslaving